Op 10 juni vliegen we vol verwachting naar onze nieuwe bestemming Hong Kong, waar we bij nachtelijk uur boven de stad vliegen. Het is bergachtig en vol wolkenkrabbers, een magisch uitzicht vanuit de lucht!
Als we bij ’t hotel aankomen is het eerste wat ons gezegd wordt door de chinese vrouw; ‘you have too much luggage.’ Later als we onze kleinste mini kamer van de hele reis openen, begrijpen we deze opmerking… We vermaken ons 3 dagen in Hong Kong, nemen de veerboot naar Hong Kong Island en hebben vanaf het water super uitzichten op de skyline met z’n wolkenkrabbers.
‘s Avonds zien we vanaf Kowloon aan de andere kant van het water op Hong Kong Island een lichtshow, waarbij je een hele wolkenkrabber skyline (zoiets als Manhattan) met veel kleuren als een geheel samen melodieus ziet bewegen op muziek, indrukwekkend! We bezoeken Hong Kong park met bijzondere vogels, bestijgen het monetair gebouw tot de 55ste verdieping voor mooi uitzicht en bezoeken het historisch museum. Het is wel wennen aan al die Chinezen in deze drukke stad!
We verlaten Hong Kong en gaan door de migratie met China, Shenzhen, waar ons paspoort bestempeld wordt en het visum ingaat. We nemen een nachtbus naar Yangshuo, deze bus is voorzien van mini 1-persoons stapelbedjes, waar we als sardientje inpassen.
Yangshuo heeft erg mooie natuur, gigantische kalksteen rotsen rijzen uit een vlakte omhoog waartussen rivieren kronkelen door rijstvelden. We fietsen drie dagen rond en maken kennis met China, wat een toeristische heksenketel hier! Geen fijne start, echt teveel Chinese toeristen en vooral de opdringerige Chinezen die eraan willen verdienen maken ons gek! Ze accepteren geen nee. We hebben genoten van deze mooie plek, maar hadden er na drie dagen echt genoeg van.
Daarna bezoeken we de rijstterrassen (Longji), een heel ontspannen gebied zonder verkeer. Stenen wandelpaadjes voeren ons van dorp naar dorp langs de mooiste uitzichtplekjes. We zien de zogenoemde ‘dragon backbone’ rijstvelden, die als haast perfecte terrassen de hellingen bekleden. De boeren hier zijn traditioneel gekleed en hun huizen zijn enorme houten chalets. We slapen in een kamer met subliem uitzicht over de rijst- terrassen en komen helemaal bij!
Dan een lange treinreis naar de provincie Yunnan. 20 Uur lang zitten we op een bankje tegenover noedels slurpende Chinezen. Mooie uitzichten schieten langs ons heen, maar ook de lelijkste industrie en goedkope betonnen woonflats. In Kunming verlaten we de trein en bussen we verder naar Dali.
Opnieuw een door Chinese toergroepen platgelopen plaatsje. Dit oude plaatsje met stadsmuur heeft sfeer, maar voelt meer als een pretpark. We ontvluchten het plaatsje een dag op een huurfiets en rijden langs een zonnig meer, omringd door bergen. In de dorpjes waardoor we fietsen zien we traditioneel geklede boeren en kleine levendige marktpleintjes met rimpelige Chinese oudjes op bankjes zittend. Zo leuk dat als je een toeristische heksenketel ontvlucht, je vrij snel alweer het ‘echte’ China ziet.
We dachten dat Dali als toeristen heksenketel niet overtroffen kan worden, komen we in een volgend attractiepark; Lijiang. Werkelijk een mooi oud plaatsje vol sfeer, historie en oude huizen, stenen bruggetjes, bomen, plantjes en bloempjes. Maar goed… dan weer die Chinese toergroepen! Als vlaggetje nummer 51 met gevolg is gepasseerd, word je weer door een volgende kudde onder de voet gelopen. China is een ‘developing’ country, zoals de Chinezen zelf zeggen. Veel Chinezen hebben hebben nu geld om te reizen, maar er zijn nog weinigen die zelfstandig reizen. In het gebied waar Lijiang ligt wonen de Naxi, een etnische minderheid waar de vrouwen de baas zijn. We logeren in het guesthouse ‘mama Naxi’ een schreeuwerige ouwe heks.
We verruilen Lijiang voor de nabijgelegen ‘Tiger leaping Gorge,’ een diepe kloof waar je over de granieten rotswanden mooi kunt wandelen, hoog boven een woest stromende rivier. We wandelen 2 dagen en genieten van het natuurschoon in deze indrukwekkend grote kloof. We logeren in een guesthouse met spectaculair uitzicht vanaf onze kamer en dakterras waar we echt van smullen! We kijken uit op de gigantische zilverkleurige panorama brede rotswand aan de andere kant van de ver beneden kolkende rivier…
Het land van de Tibetanen
Na de Tiger leaping Gorge komen we in de plaats Shangri La, die ons voert naar de Tibetaanse wereld. Weg uit Chinatown en weer ‘s wat anders eten dan bij de Chinees! We blijven er 1 nachtje en gaan naar een wandelparadijs. Na 8 uur in bussen arriveren we in een oord ongeveer op de grens met Tibet. De mensen zijn voor meer dan 80% Tibetaans, de sfeer is veel gastvrijer. De volgende dag laten we de grote backpacks achter in ons guesthouse en trekken we onze wandelschoenen aan. We lopen in 6 uur naar het dorpje Yubeng dat alleen te voet bereikbaar is.
We vinden het hier echt een van de mooiste plekken van de hele wereldreis! Vanuit een smalle vallei zien we drie gletsjers aan de steile bergen hangen, waar onder de zilverkleurige rotsen zich de donkergroene naaldbossen aftekenen. Beneden zien we de typisch Tibetaanse huisjes met riviertjes kronkelend tussen akkertjes en groene weiden vol grazende dieren. Biggetjes, ezels, kippetjes en paardjes lopen er vrij rond, zo mooi! En bestelde je ergens kip, dan werd die gevangen en ter plekke geslacht.
Vanuit het dorpje waar we slapen, maken we 2 dagwandelingen naar een ijsmeer met gletsjer er boven en naar een aantal watervallen, zo mooi! Na enkele dagen lopen we een dag door de bossen en langs een rivier van Yubeng terug naar de wereld met autowegen. Het wandelparadijs laten we achter ons.
Als we in Shangri La terug komen, verlengen we ons visum met een maand en gaan we verder het land van de Tibetanen in. Na een mooie busrit over hoge passen slapen we in een Tibetaans guesthouse. De volgende ochtend reizen we door naar Litang. Litang is een echt Tibetaanse plaats waar we veel meemaken en zien. Als we aankomen ontmoeten we Chinese fietstoeristen (onderweg naar Lhasa in Tibet) en bezoeken we samen een bijzonder mooi gelegen Tibetaans klooster met gouden daken die schitterend in het zonlicht afsteken tegen de omliggende groene heuvels.
Die middag horen we van een Tibetaanse bruiloft waar we welkom zijn. We schuiven aan aan lange tafels vol Tibetaans eten en drinken en gebaren wat met de Tibetaanse gasten in hun mooie typische kleding. Daarna gaan we naar de dansruimte en danst Karin nog lang in de kring mee tussen de bruilofts vierders. Wat een culturele ervaring, we waren deel van de bruiloft!
De volgende dag wandelen we door de hoge groene bergen die de plaats Litang omringen en vallen met de neus in de Tibetaanse boter. We stuiten op enkele enorme kuddes yaks die door nomaden te paard worden voortgedreven. Het voelt alsof we een oude wild west film zijn binnengewandeld, alleen dan een Tibetaanse. Vier groepen van honderden yaks worden door de nomaden over de groene heuvels gedreven.
Vrouwen te paard hebben hun peuters op de rug gebonden en de grootste yaks zijn beladen met ballast en houten palen. Als grote zwarte vlekken bewegen de kuddes over de bergen. We zitten boven de 4000 meter en de lucht is ijl. Wat een magische sfeer en wat voelen we ons zo rijk dat we hier een aantal uur tussen lopen! ‘s Middags bezoeken we het Tibetaanse klooster voor de tweede keer en worden door jonge monniken in hun prive ruimte uitgenodigd.
De volgende dag horen we over een hemelbegrafenis waar we heen gaan. In de heuvels wordt een plek gezegend door monniken en korte tijd later wordt een lijk gebracht wat deels ingesneden wordt.
Wij zijn niet de enigen die van afstand toekijken. Boven het lichaam cirkelen al veel enorme hongerige adelaars met hun grote grijze vleugels. Als de begrafenismeneer met zijn mes zich terug trekt storten de vele wilde dieren zich op het lichaam, wanhopig voor een stuk vlees. Het zullen er zeker 25 geweest zijn, waar zich voortdurend een nieuw beest op stortte. Na 10 minuten werden de beesten verjaagd en verscheen een geraamte dat door de ‘slager’ met de achterkant van een bijl in stukjes werd gehakt en aan de adelaars werd gevoerd. De kleding en persoonlijk bezit werd verbrand en zo bleef er helemaal niets over van de overledene. Dit was dus een Tibetaanse hemelbegrafenis. We vonden het ingrijpend en luguber. Alsof de overledene voor de honden werd gegooid, maar dan roofvogels.
De volgende dag reizen we in 15 uur naar een volgende plaats, Xinduqao. De reis zou 6 uur moeten hebben geduurd, maar de hevige regenval en wegwerkzaamheden hadden hun impact op de reis…
Na een overnachting daar reizen we door naar onze bestemming, Tagong. Dit is een relaxete kleine Tibetaanse plaats omgeven door mooi wandellandschap met groene heuvels, besneeuwde bergtoppen en vele Tibetaanse kloosters. We maken er mooie wandelingen naar onder meer een nonnenklooster, waar kaalgeschoren vrouwen eindeloos rondjes lopen om de ronddraaiende gebedswielen. We eten er emmers vol heerlijk vette yakyoghurt en slapen in een huiselijk Tibetaans guesthouse.
Na 4 dagen aldaar en lang dubben besluiten we onze laatste tijd in China in te zetten om naar het verre Dege te reizen. Het betekent 18 uur heen en dezelfde 18 uur weer terug hobbelen over slechte wegen, maar dan krijg je ook wat te zien!
Omdat het reizen in China best aantikt liften we het hele stuk op en neer, meestal zeer leuke ervaringen en gastvrije mensen! In de volgende plaats wordt Karin ziek, we vermoeden dat het de emmers yoghurt zijn… Gelukkig is ze na 1 dag opgeknapt en reizen we verder. Op de route slapen we 3 dagen in een klooster bij 3 monniken. Wat een lieve mensen zijn dit! We doen 3 dagen niets anders dan eten in hun keuken en Tibetaanse boterthee drinken en wandelen naar kloosters in de omgeving.
Tijdens een wandeling worden we door picknickende Tibetaanse vrouwen uitgenodigd erbij te komen zitten. Ze staren ons aan, gefascineerd door onze blauwe ogen, en voelen aan ons donzige armhaar, ook krijgen we lekkere Tibetaanse snackjes. Elke dag zitten we in de hete waterbron die vlakbij het klooster ligt, want een douche kennen ze niet in het klooster. Gezellig badderen we tussen de blote monniken. De wc in het klooster bestaat uit 2 balken op de eerste verdieping waar je tussendoor poept (3 meter diep) en niet kunt doorspoelen bij gebrek aan water. Net zoiets als in het Muiderslot! Wat een mooie pure en eerlijke ervaringen bij deze vriendelijke monniken!
De plaats Dege, het verste punt van deze reis, ligt aan de grens met Tibet en heeft 1 van de 3 voor de Tibetanen belangrijkste kloosters. Er wordt sinds eeuwen nog dagelijks papier bedrukt met Tibetaanse gebedsteksten. Duizenden houten planken met in het hout gegraveerde tekst liggen er in rekken opgeslagen. De plank wordt met inkt ingesmeerd en daarop wordt papier gedrukt en staat de heilige tekst vervolgens. Dit bedrukte papier wordt door de hele Tibetaanse wereld verspreid.
Erg bijzonder om dit eeuwenoude proces te zien in het mooie klooster in Dege! Ook zien we er nog een 1000 jaar oud indrukwekkend klooster en maken we een mooie wandeling. Als we in de Tibetaanse wijken rondlopen worden we door een vrouw uitgenodigd om bij haar thuis boterthee te drinken en tsampa (een soort pap) te eten. Zo gastvrij!
Op de terugweg van Dege bezoeken we Manigango met zijn mooie bergmeer. Het is een blauwe spiegel waarin de omliggende besneeuwde bergen weerkaatsen in het zonlicht. Het meer is voor de Tibetanen heilig en veel rosten zijn uitgehouwen met kleurige teksten. Ook weer te WOUW voor woorden!
Terug in Tagong na 36 uur transport van vriendelijke mensen blijven we twee nachten om bij te komen en ontmoeten vriendelijke medereizigers met wie we gezellige avonden spenderen.
We liften verder en reizen drie dagen met twee vriendelijke Chinese families die dezelfde kant op gaan. Nabij Danba slapen we in een Tibetaans dorpje, dat volgens de Chinezen het mooiste dorp van China moet zijn. Erg mooi, maar ook toeristisch! Ook is het onze laatste stop in de Tibetaanse wereld waar we dan ruim een maand geweest zijn en continue op 3000 tot 4000 meter gezeten hebben.
Terug in China
We moeten weer wennen aan de hitte en vochtigheid van de Chinese vlakte en de drukte van China. In de stad Chengdu bezoeken we de beroemde pandaberen. Grappig te zien hoe ze al die kilo’s bamboe naar binnen werken, lekker luieren in een boom (zoals op de foto) of met elkaar rollebollen. We zien hoe mensen Tai chi beoefenen in het park, waar wij in de hitte Chinees bier drinken.
Dan nemen we de nachttrein naar Beijing. Omdat de treinen volgeboekt zijn, zijn we veroordeeld tot de harde bankjes klasse. Middernacht vertrekt onze trein, een nacht, een dag en weer een 2e nacht moeten we 30 uur slaapdronken rechtop zitten. De rochelende, noedelsoep slurpende en boerende ranzige schreeuw Chinezen maken deze overvolle trein helemaal tot een feestje!
In Beijing verblijven we 6 dagen in een oud hotel in een Hutong, een traditionele buurt met smalle straatjes en lage huizen. We bezoeken de verboden stad, tempel of heaven en een grote antiekmarkt. We fietsen een dag door oude hutongs en gaan een dag naar DE muur. Het deel van de Great Wall dat wij zien, Huanghua, is officieel gesloten voor bezoek en daarom zonder de hordes Chinese toeristen. Als oneindig kronkelt de muur met z’n uitkijktorens over de bergen… WOUW!!
Na twee maanden Tibetaanse en Chinese avonturen verheugen we ons op een totaal andere wereld, Sumatra! Het einde van onze reis komt nu snel, op 31 augustus eten we alweer een broodje kaas in ons kikkerlandje 😉
liefs
Karin & Luuk